Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zeide Joab tot den koning: Nu doe de HEERE, uw God, tot dit volk, zoals [8]deze en die nu zijn, honderdmaal meer, dat de ogen van mijn heer den koning het aanzien; maar waarom heeft mijn heer de koning lust tot deze zaak? 8. Zoals elke stam nu is.